Betonnen ‘schoenendozen’ houden Floating Farm drijvend

bouwcomplex

De drie betonnen drijflichamen zijn in juni vanuit Zaandam naar Rotterdam gevaren. In juli is begonnen met de verdere opbouw. De drie ‘schoenendozen’ zijn met bouten aan elkaar gekoppeld en hebben een oppervlak van ongeveer 600 m2 en een gewicht van 900 ton. Elke ‘doos’ is 8 m breed en 24 m lang. In de wanden van de drijflichamen zit een dubbele wapening die het geheel zijn stevigheid geeft. De ruimte in de drijflichamen wordt gebruikt voor het plaatsen van verschillende apparaten en installaties. Het drijflichaam is afgedekt met breedplaatvloeren waarop de twee verdiepingen gebouwd worden.

De drijvende zuivelboerderij Floating Farm in Rotterdam vordert gestaag. De drijflichamen liggen op hun plaats in de Merwe-Vierhaven en de twee verdiepingen die hierop worden gebouwd, staan ‘in de steigers’. Vóór kerst komen de veertig koeien naar de zuivelboerderij.

Archimedes

De drie betonnen bakken blijven drijven volgens de natuurkundige wet van Archimedes. Deze wet bepaalt dat de opwaartse kracht van het lichaam in een vloeistof even groot is als het gewicht van de verplaatste vloeistof. Het geheel blijft dus drijven zolang het gewicht van de totale constructie niet groter wordt dan het gewicht van de verplaatste vloeistof. Gezien de lichte opbouw met een translucente eerste verdieping (demonstratieruimte voor bezoekers) en de serrestal als tweede verdieping (waar de koeien staan) is de totale constructie niet zwaar. Wel moet er rekening gehouden worden met een goede gewichtsverdeling zodat het geheel niet gaat hellen. Dit betekent dat het plaatsen van de verschillende installaties wordt afgestemd op het ontwerp en de constructie van het bouwwerk.

Ter plaatse verwerkt

Het melken van de koeien gebeurt automatisch met een robot. De rauwe melk wordt ter plaatse verwerkt tot verse zuivelproducten, bestemd voor bezoekers en regionale afzet. Alle mest van de koeien wordt gescheiden bij de bron. In de stal ligt een kunststof membraanvloer die de urine doorlaat. De vaste mest wordt met een mestrobot gecollecteerd en in een stortput gedeponeerd. Vervolgens worden beide bestanddelen verder verwerkt: de vaste mest wordt omgezet tot bruikbare meststof. De urine wordt behandeld zodat een deel als loosbaar water de rivier in kan. Het andere deel wordt gebotteld en verkocht als stikstofmeststof.

Zelfvoorzienend

De ontwerpers van de drijvende melkveestal gaan uit van het sluiten van kringlopen zodat de Floating Farm nagenoeg zelfvoorzienend is. Het voer komt zoveel mogelijk uit de stad (zoals reststromen van de voedingsindustrie). Regenwater wordt opgevangen op het dak van de stal, gereinigd en geschikt gemaakt om te drinken. Zonne-energie zorgt voor de opwekking van elektriciteit. Het jongvee leeft niet op de boerderij maar graast in een nabijgelegen polder van Midden Delfland.