Afbeelding

Certificeren bij conceptueel bouwen: sneller en goedkoper nieuwe woningen

bouw
Hoe kun je sneller en goedkoper bouwen, zonder in te leveren op kwaliteit? Dat doe je met conceptueel bouwen, waarbij je producten en processen laat certificeren. Hoe dat werkt, dat vertellen Jos Rooijakkers, directeur van kwaliteitsborger BouwQ en zijn collega Jack van Hoof.   
Waarom certificeren? De Wet kwaliteitsborging verplicht bouwbedrijven aan te tonen dat wat zij opleveren voldoet aan alle kwaliteitseisen. Een onafhankelijk kwaliteitsborger beoordeelt die kwaliteit. Dat is een tijdrovend en duur proces, zeker als die kwaliteitsborger vaak moet ingrijpen. Bouwbedrijven die kiezen voor conceptueel bouwen, kunnen producten en processen die zij steeds opnieuw inzetten, eenmalig laten certificeren. In dat geval hoeft een kwaliteitsborger veel minder te controleren. Dat is goedkoper en gaat sneller.  
Van Hoof: ‘Dat certificeren is overigens geen vrijbrief voor het laten vieren van de teugels. Controles vinden nog altijd plaats, maar dan steekproefsgewijs. Bovendien, die certificering krijg je als bedrijf niet zomaar. Je moet kunnen aantonen dat je je processen blijvend op orde hebt.’ Rooijakkers voegt hieraan toe: ‘Als kwaliteitsborger bepalen wij natuurlijk niet zelf waar de lat voor certificering ligt. Wij gaan altijd uit van de wetgeving die op dat moment geldt.’ 
Wat houdt certificering in? Bij standaard producten is certificeren vrij eenvoudig. Het product wordt eenmalig grondig gecontroleerd. Verander je niets aan de productie, dan kun je volstaan met die ene certificering. Biedt je als conceptueel bouwer verschillende modules aan, dan gaat het er vooral om je processen voor ontwerp en productie te laten certificeren. Met de nieuwe Wet kwaliteitsborging is steekproefsgewijze controle voldoende. Hoe meer er is gestandaardiseerd, hoe minder steekproeven nodig zijn. Bedrijven die keer op keer laten zien dat hun producten en processen aan alle eisen voldoen, kunnen volstaan met minder controles. Van Hoof: ‘Er blijft altijd een minimum aan controles. Het gaat hier tenslotte om de veiligheid van bewoners. En als bouwer wil je graag bevestigd zien dat je iets goeds levert.’  
Rooijakkers: ‘Traditionele bouw werkt projectmatig, certificeren is dan geen optie. Een kwaliteitsborger moet het hele project en proces doorlopen. Conceptueel bouwen gaat uit van gestandaardiseerde producten en processen, die je steeds weer opnieuw toepast. Certificering is dan bij uitstek geschikt als kwaliteitsborging. Doordat je een concept opnieuw inzet, kun je aan verbeteringen werken. Eventuele foutjes haal je uit het proces. Zo werk je sneller én beter.’ Van Hoof: ‘Certificering is daarmee ook een mooi uithangbord voor je bedrijf, je laat zien dat je producten en diensten levert van hoge kwaliteit.’
Voordelen voor leveranciers, corporaties en gemeenten De voordelen voor leveranciers en opdrachtgevers, bijvoorbeeld woningcorporaties, mogen duidelijk zijn: minder kosten en minder tijd, waardoor we sneller woningen kunnen bouwen. Maar ook voor gemeenten is deze manier van werken prettig. Rooijakkers: ‘Natuurlijk moet een gemeente nog altijd een omgevingsvergunning afgeven en spelen welstand en het bestemmingsplan een rol, maar met certificering is de technische keuring niet meer nodig. Voldoe je aan het bestemmingsplan en de welstandseisen, dan scheelt het al snel 8 weken, plus eventueel 6 weken uitstel. Dat is nogal wat.’ 
Conceptueel bouwen met certificering is daarmee een schakel in het terugdringen van de woningnood. Gevraagd naar wat woningcorporaties hieraan kunnen bijdragen, zegt Van Hoof: ‘Corporaties kunnen vaker kiezen voor conceptueel bouwen in plaats van steeds iets nieuws te bedenken. Als de uitvraag meer conceptueel is, promoot je conceptueel bouwen. Voor bouwers wordt het dan steeds aantrekkelijker om hun product en proces te laten certificeren.’ 
Bron: www.aedes.nl