|
| |

Emissieloos bouwen

gww

Met een diesel onderweg naar elektrisch werkmaterieel

Op 26 mei 2016 ondertekenden 28 bouworganisaties een greendeal met de Nederlandse overheid. Uit het eindrapport van “Het Nieuwe Draaien” (2020) blijkt dat de streefdoelen van 10% minder CO2 en 15% minder NOx moeilijk meetbaar zijn. Een kwalitatieve impact op mentaliteit en materialen valt echter niet te ontkennen. Hoe ziet die impact er uit en hoever staat het emissieloos bouwen ondertussen? 

Groot elektrisch werkmaterieel als struikelblok Volgens de greendeal komt de bouwuitstoot vooral van mobiele werktuigen, zoals de graafmachine, shovel, hoogwerker of tractor. Zij creëren 2 megaton CO2 of 8% van alle verkeer, samen met 8% fijnstof en 12% NOx. Aan de kleine machines zal dat ondertussen niet meer liggen. Hier is het elektrisch aanbod groot en overvloedig gebruikt. Zij lijden vooral onder de terugvallende sectoromzet (tot 15%).  

Grotere machines worstelen daarentegen niet enkel met de vraag, maar ook met het aanbod. Er is simpelweg weinig groot, emissieloos werktuig op de markt. Bovendien blijft de vraag zo ook bij bouwheren uit. Alleen de kleinere projecten van steden en gemeenten belonen regelmatiger het gebruik van groot, elektrisch werkmaterieel.

Waterstof als deelversneller Dat wil nochtans niet zeggen dat er geen aanbod is of dat het niet gebruikt wordt. De eerste elektrische hoogwerkers zijn bijvoorbeeld al even actief (2019). Halfweg 2020 komt ook de eerste graafmachine op waterstof meespelen; en in 2021 verschijnt de eerste elektrische stroomverdeler (Power Take-off, E-PTO). Ook die heeft desgewenst een waterstofmodule (E-PTO-H2) voor snellere tankbeurten.

Aangezien het aanbod zich enkel kan doorzetten, rest dus eigenlijk vooral de vraag hoe men grote investeringen in het aanbod zal laten rijmen met de dalende omzetcijfers. Machinebouwers blijven alvast tot 30% terugval in de vraag zien. Bovendien betekent een snelle vernieuwing van het werkmaterieel ook dat het oude materieel vervroegd (en dus met groter winstverlies) moet worden afgeschreven.  

Diesel als tussenstap Het antwoord op dit vraagstuk houdt enerzijds rekening met een vraagverhoging. Nederland kampt immers met een woningtekort en hanteert buitengewoon strenge eisen op het gebied van emissies, mobiliteit en bouwnormen. Die specifieke woon- en milieusituatie schreeuwt om vakkundige aannemers en werkkrachten. 

Anderzijds kijkt men meer en meer naar de dieselmotor als minder dure, maar even effectieve tussenstap. De nieuwste Euro 6 motoren produceren immers 97% minder NOx, 98% minder roetdeeltjes en bijna 50% minder CO2. Zo doen ze beter dan hybride benzinemotoren. Onderzoek van Emission Analytics meent zelfs dat zelfontbrandende diesels de luchtkwaliteit verbeteren: ze verwijderen gemiddeld meer fijnstof dan ze toevoegen. Veel aannemers zouden de weg naar elektrisch werkmaterieel dus wel eens met een diesel durven berijden.

Terberg Techniek, onderdeel van de Royal Terberg Group, introduceert een Elektrische Power Take-off (E-PTO en E-PTO-H2) voor de bouwwereld om te kunnen voldoen aan steeds strengere normen voor de uitstoot van CO2 en andere ongewenste stoffen.

|