Opleidingen belangrijk om toekomstige groei op te vangen

bouwcomplex
Recent publiceerde het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) de publicatie ‘Trends op de bouwarbeidsmarkt 2019-2023’. Was er voorgaande jaren sprake van een spanning op de arbeidsmarkt, voor de komende twee jaar verwacht het EIB dat de arbeidsmarkt in rustiger vaarwater komt. Martin Koning van het EIB licht dit nader toe.
Voor het derde jaar op rij heeft het Economisch Instituut voor de Bouw haar publicatie ‘Trends op de bouwarbeidsmarkt’ samengesteld. In dit trendrapport worden diverse aspecten omtrent arbeid belicht. Vragen die aan de orde komen, zijn bijvoorbeeld: Is er nog altijd sprake van spanning op de arbeidsmarkt of koelt de markt af? Zet flexibilisering door? En hoe zorgen bedrijven ervoor dat zij over voldoende personeel met de juiste vaardigheden beschikken?
Stagnatie Deze keer laten de onderzoeksresultaten een ander beeld zien dan de voorgaande twee publicaties uit 2017 en 2018. Was er in die jaren sprake van een oplopende spanning op de arbeidsmarkt vanwege de hoge productiegroei in de bouw, nu lijkt de arbeidsmarkt in rustiger vaarwater te komen. “De bouw is de afgelopen jaar succesvol geweest,” vertelt Martin Koning. “Men wist ondanks spanningen op de arbeidsmarkt een hoge productiegroei te realiseren van vijf procent. Deels kwam het daarvoor benodigde personeel uit de bouwopleidingen. Wij verwachten nu dat er een omslag optreedt en dat arbeidsmarkt in rustiger vaarwater terecht komt. Dat komt onder meer door de stikstofcrisis en PFAS waardoor de vergunningverlening vertraging oploopt. De bouwproductie zal als gevolg hiervan in 2020 een lichte krimp laten zien en zal in 2021 op dit niveau blijven steken. In deze jaren zal vooral de uitstroom van arbeidskrachten die met pensioen gaan worden opgevangen met de instroom vanuit de opleidingen. Vanaf 2022 zal naar verwachting de bouw weer fors gaan groeien wat weer gevolgen heeft voor de arbeidsmarkt.”
Opleidingen Willen bedrijven over twee jaar weer volop aan het werk kunnen gaan met de juiste mensen, dan moet het aantal leerlingen op een bouwopleiding de komende twee jaar wel op peil worden gehouden.  Tijdens de crisis liepen de leerlingaantallen steeds verder terug. Er waren onvoldoende leerplekken en de baanzekerheid was laag. Inmiddels is het aandeel bouw gerelateerde opleidingen in het mbo weer toegenomen. “Het is de uitdaging om dat vast te houden de komende jaren en niet zoals tijdens de crisis weer in te laten zakken.”
Andere vaardigheden vereist Duurzaamheid en circulariteit gaan een steeds belangrijkere rol spelen in het bouwproces, evenals digitalisering. Dat vraagt een andere manier van bouwen wat consequenties heeft voor de vaardigheden en competenties van werknemers. Er is vooral behoefte aan mensen met allround kennis. Ook samenwerking en klantgerichtheid worden belangrijker onder meer omdat er meer samengewerkt zal gaan worden in de keten. Het belang van klantgerichtheid komt met name naar voren bij de verduurzamingsopgave. De verduurzaming zal grotendeels plaats gaan vinden in de bestaande bouw. Werknemers komen hier vaker in contact met bewoners wat een bepaalde mate van klantgerichtheid vraagt.
Zzp’ers en hun inkomen In de publicatie ‘Trends op de bouwarbeidsmarkt 2019-2023’ gaat veel aandacht uit naar zzp’ers. Hoe staat het met hun inkomenszekerheid? “We hebben gekeken naar hoe zij hun pensioen regelen en in hoeverre zij zich verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Opmerkelijk is dat de ene helft niet is verzekerd en dat de andere helft vaak onvoldoende verzekerd is tegen inkomensterugval. Diegenen die zich niet verzekeren, noemen de hoge maandelijkse premie als reden. Deze is hoog omdat nu vooral zzp’ers met een hogere kans op arbeidsongeschiktheid zich vrijwillig verzekeren. Een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering kan de premie echter aanzienlijk doen verlagen doordat het risico over een grotere groep wordt verdeeld. Een ruime meerderheid van de zzp’ers zegt dan ook voorstander te zijn van een verplichte verzekering.”