Afbeelding
Maxime Verhagen-bouw-interview-politiek

Interview met Maxime Verhagen | voorzitter van Bouwend Nederland

bouw
Leaders in Wonen sprak met Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, over zijn werkzaamheden van de afgelopen jaren, zijn lobby in Den Haag en hoe hij anderen meekrijgt. Ook  komen de huidige uitdagingen en oplossingen binnen de woningbouw aan bod.
Lobby van Bouwend Nederland
In 2013 start Maxime Verhagen bij Bouwend Nederland met de gedachte: ‘Ik word voorzitter van een branchevereniging en ik ga lobbyen in Den Haag.’ In het begin bestaat zijn werk juist vooral uit luisteren naar de persoonlijke verhalen van eigenaren van bedrijven en van mensen die werkzaam zijn binnen de sector. Verhagen merkt dat Bouwend Nederland moet veranderen naar een meer bottom-up in plaats van top-down georganiseerde brancheorganisatie. De lobby kwam er voor die onderwerpen waar behoefte aan is vanuit de leden zelf.
Het eerste jaar is het lobbyen in het Haagse vooral gericht op het verkrijgen van steun voor de bouwsector. Daarna richt de lobby zich op het zorgen dat er weer gebouwd gaat worden. Ook wordt er gekeken naar brancheontwikkelingen, bijvoorbeeld het vraagstuk van de verduurzaming en krijgt het onderwerp isolatie voldoende aandacht binnen het klimaatakkoord. Met de Bouwagenda 2021, een samenwerking tussen de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken en Klimaat samen met Bouwend Nederland, komt er veel aandacht voor de maatschappelijke uitdagingen van klimaatverandering, energietransitie en schaarste aan grondstoffen.
Het afgelopen jaar heeft Maxime Verhagen zijn handen vol gehad aan corona en de gevolgen voor de bouwsector. Het belangrijkste was om ervoor te zorgen dat de bouwsector door kon werken. In het begin van de lockdown kwam er een aankondiging dat ‘iedere bijeenkomst van meer dan drie mensen verboden was.’ Maar op iedere bouwplaats heb je wel meer dan drie mensen. De lobby was erop gericht dat een bouwplaats niet gezien werd als een samenkomst van meer dan drie mensen. Bouwend Nederland moest samen met de vakbonden, andere spelers in de sector en het RIVM ervoor zorgen dat er een protocol met gedragsregels kwam over hoe de sector zou gaan werken in coronatijd.
Hoe krijg je anderen mee? Volgens Maxime Verhagen krijg je mensen mee door goed naar hen te luisteren. ‘Als je weet wat de ander wil kun je ook bereiken wat je zelf wil. Dat is in het gewone leven niet anders dan in de politiek.’
Een voorbeeld van een succesvolle lobby is het laag BTW-tarief voor verduurzaming. PvdA en VVD, die samen de regering vormden, hadden destijds geen meerderheid in de Eerste Kamer en hadden in ieder geval een andere partij nodig. D66 keek op dat moment naar welke onderdelen ze wilden steunen en wat ze daarvoor terug wilden. Maxime Verhagen ging in gesprek met Alexander Pechtold van D66 en die gaf aan dat voor hem de werkgelegenheid het belangrijkste was. Het Economisch Instituut voor de Bouw kon aantonen dat met een laag BTW-tarief er minimaal 3.000 en waarschijnlijk 5.000 banen gered konden worden. Dit kon één op één en zwart op wit worden aangetoond. Dat leverde een mooi resultaat voor de bouw op: “twee jaar lang een laag BTW tarief voor verduurzaming en met name MKB bedrijven hebben daar enorm veel profijt van gehad.”
Uitdagingen binnen de woningbouw
Stikstof Het allergrootste knelpunt binnen de woningbouw is de stikstofuitstoot. Begin maart van dit jaar kwam de stikstofwet in de Eerste Kamer. Met de aanvaarding van die wet is een eerste stap gezet. De aanlegfase - het bouwproces zelf -kan daarmee vlot getrokken worden. Echter geldt dit niet voor de volgende fase, de gebruiksfase, waardoor het voor bouw- en infrabedrijven nog niets oplost. Bouwend Nederland heeft afspraken gemaakt dat in tien jaar tijd de stikstofuitstoot van het bouwmaterieel met 60% terug gebracht gaat worden. De wet moet nog vertaald worden in verschillende maatregelen van bestuur voordat hij daadwerkelijk in werking kan treden.
‘Sectoren zoals de bouw komen zelf met ideeën om ervoor te zorgen dat de uitstoot naar beneden gaat. De overheid moet faciliteren dat deze ideeën ook uitgevoerd kunnen worden. De politiek moet een besluit nemen en dat zal snel moeten komen, want anders lopen we gewoon vast met de bouw in dit land, letterlijk en figuurlijk,’ is het advies van Verhagen.
Realiseren van extra woningen De afgelopen tien jaar zijn er gemiddeld 55.000-60.000 woningen per jaar gebouwd. Een miljoen huizen in de komende tien jaar bouwen betekent 100.000 huizen per jaar. De bouw van woningen moet dan fors omhoog met wel 40%. Onder leiding van Aedes, de koepelorganisatie van de woningbouwcorporaties, heeft Bouwend Nederland samen met 34 partijen de Actieagenda Wonen gepresenteerd. In dat plan staat hoe de bouw kan worden gerealiseerd en hoe dit ook betaalbaar kan.
Extra arbeidskrachten De bouw- en infrabedrijven verwachten de komende periode enorm veel werk. Bouwend Nederland is met allerlei instroom campagnes bezig. Niet alleen voor HAVO en VMBO maar ook voor studenten van MBO, HBO en WO en voor zij-instromers. Samen met het UWV heeft Bouwend Nederland projecten voor zij-instromers. De campagne ‘van bank naar bouw’ is daar een voorbeeld van. Bouwbedrijven zien ook veel meer-zij instromers dan vroeger. Volgens Maxime Verhagen is dat een goede ontwikkeling, want ‘daardoor krijg je een frissere kijk van buitenaf op de eigen sector.’
Oplossingen
Afschaffen Verhuurdersheffing De verhuurdersheffing moet afgeschaft worden, want dan kunnen woningbouwcorporaties weer meer woningen bouwen, bijvoorbeeld kunnen ze dan meer sociale woningen bouwen. Op dit moment bouwen de corporaties zo’n 14.000 woningen per jaar, maar dat  zal naar gemiddeld 25.000 woningen per jaar moeten gaan.
Ook de verhuurdersheffing moet worden afgeschaft zodat  corporaties in staat zijn om de verduurzamingsopgave te realiseren. Drie tot vier miljoen huizen kunnen vanuit de corporaties worden verduurzaamd. In totaal moeten er nog zeven miljoen gebouwen worden verduurzaamd om de doelstellingen van Parijs te halen.
Meer plancapaciteit en buitenstedelijk bouwen In de praktijk moet je voor 130% plannen om 100% te kunnen realiseren. Volgens Maxime Verhagen zal er absoluut ook buitenstedelijk gebouwd moeten worden. ‘Als we alleen binnenstedelijk bouwen kunnen nooit alle huizen gebouwd worden die nodig zijn, ook omdat binnenstedelijk meer groen en wateropvang nodig is. Als je steden helemaal vol bouwt ontstaan er andere problemen qua leefbaarheid en klimaat.’
Prefab en meer industrieel bouwen Om de bouwsector betaalbaar te houden moet veel meer prefab, industrieel en fabrieksmatig gebouwd worden anders zijn er nooit genoeg mensen om dat te kunnen realiseren. Om industrieel bouwen mogelijk te maken moet er een eenduidige vraag zijn. Het bouwbesluit moet leidend zijn voor de eisen waaraan een huis moet voldoen. Op het moment dat iedere gemeente andere eisen stelt bovenop het bouwbesluit kan er niet industrieel gebouwd worden. Er kan dan geen ‘massa’ gemaakt worden. Het is van belang dat er dezelfde basiseisen zijn en dat die in het bouwbesluit worden vastgelegd. De eisen mogen ambitieus en hoog zijn, maar  van belang is dat ze eenduidig zijn. Daarnaast moet er ook iets gebeuren met de grondprijs. Er moet gezorgd worden dat er voldoende budget is voor gemeenten, zodat zij sociale woningen en middenhuur- en middenkoopwoningen ook mogelijk kunnen maken.
Minister voor volkshuisvesting Minister Kajsa Ollongren had de woonagenda met het plan van 75.000 woningen per jaar. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het IPO ondertekenden die agenda in het begin niet.
 “Stop met vingerwijzen, geef die minister werkelijk bevoegdheden.”
Vaak zeggen gemeentes ‘Ik wil hier bouwen, maar het mag niet van de provincie.’ Of andersom, de provincie zegt ‘Jullie moeten daar bouwen’ en dan zegt de gemeente ‘Daar heb ik helemaal geen interesse in.’ De woningnood is een landelijk probleem en bestuurders zijn op regionaal of provinciaal niveau niet probleemeigenaar van een landelijk probleem. In de grondwet staat dat ‘Wonen een zorg is van de landelijke overheid.’
Maxime Verhagen geeft aan dat men moet stoppen met vingerwijzen en de minister werkelijk bevoegdheden moet geven. Niet alleen de regie, maar ook de mogelijkheid om af te dwingen waar gebouwd moet worden. ‘Ik wil best die decentrale overheden een kans geven maar als die er niet uitkomen, moet de minister kunnen ingrijpen. De minister moet kunnen zeggen: “Er moet worden gebouwd anders halen jullie die doelstelling van dit jaar niet. Ik heb nu 70.000 vergunningen. Ik ga er 30.000 aanwijzen als minister en u doet het dan maar.’ Maxime Verhagen is er van overtuigd dat anders het probleem niet wordt opgelost.
Innovatie Maxime Verhagen wil dat de bouwsector in staat is om door middel van innovatie en efficiency de opgave die er ligt voor de woningbouw uit te voeren. Hij wil dat dit niet  alleen betaalbaar gerealiseerd kan worden, maar ook met een fatsoenlijke marge voor de bedrijven zelf. ‘Onder de kostprijs werken is namelijk ook niet duurzaam.’ Dit vraagt ook veranderingen binnen de eigen sector. Maxime Verhagen wil ervoor zorgen dat zijn leden de instrumenten in handen hebben om in te kunnen spelen op de kansen en uitdagingen die er staan voor de komende periode. ‘Als we dat hebben kun je een bloeiend bedrijfsleven krijgen.’