Afbeelding

Inspelen op de opkomst van de warmtepomp

bouwcomplex

De koeltechnische branche staat voor grote uitdagingen op het gebied van arbeidsmarkt, duurzaamheid en digitalisering door een aantal recente ontwikkelingen. Om de continuïteit te waarborgen, moeten we de komende jaren een aantal transities doorlopen om aan de toenemende vraag van warmtepompen en alle veranderende wet- en regelgeving vanuit de herziene F-gassenverordening te voldoen. Deze is vanaf 11 maart 2024 van kracht in alle EU-lidstaten. Het gaat om veranderingen ten aanzien van het F-gassenquota, productverboden, (her)certificering en zaken omtrent veiligheid. Dit vraagt om de nodige aanpassingen binnen koeltechnische bedrijven.

Verduurzaming
De Europese Unie heeft de ambitie om de CO2-uitstoot in 2030 met 55% te verlagen ten opzichte van het niveau in 1990. Een van de manieren om dit te bereiken, is door de herziening van de F-gassenverordening. De belangrijkste transities binnen deze verordening om aan de ambitie te voldoen, zijn de overgang van koudemiddelen met een hoog aardopwarmingsvermogen (hierna GWP) naar laag GWP koudemiddelen en de overstap van gasketels naar warmtepompen. Deze laatste is sinds februari 2022 in een stroomversnelling gekomen door de drastische stijging van de energieprijzen vanwege de oorlog met Oekraïne, waardoor de vraag naar energiezuinige klimaatinstallaties nog verder is toegenomen. 

De transitie van koudemiddelen met een hoog GWP naar laag GWP koudemiddelen vraagt een andere manier van denken van de installateur. Wie voorheen gespecialiseerd was in het installeren van verwarmingsketels, zal nu de stap naar warmtepompen moeten maken. Waar koudemiddelen met een hoog GWP met name een belasting voor het milieu zijn, brengen koudemiddelen met een laag GWP vooral veiligheidsrisico’s met zich mee. Een aantal van deze stoffen, met name propaan, geven namelijk een hogere kans op verstikking, vergiftiging, brand en explosiegevaar voor de directe omgeving. Bedrijven zullen zich daarom aan deze veranderende situatie moeten aanpassen en hun medewerkers moeten opleiden, trainen en certificeren om met deze stoffen te werken. Het toenemende tekort aan koeltechnici door de transitie van gasketels naar warmtepompen en de uitstroom van mensen vanuit de installatiesector naar andere sectoren, vormt daarbij een probleem.

Van gasketel naar warmtepomp
Het kabinet heeft aangekondigd dat vanaf 2026 de (hybride) warmtepomp de standaard wordt voor het verwarmen van woningen. Huishoudens zullen, behoudens enkele uitzonderingssituaties, bij vervanging van een cv-installatie moeten overstappen op een duurzamer alternatief. Voordat een cv-ketel 1 op 1 vervangen kan worden door een (hybride) warmtepomp, moet eerst gecontroleerd worden of een woning hiervoor geschikt is. Een (hybride) warmtepomp werkt namelijk alleen optimaal in een goed geïsoleerde woning. Het is van belang om de isolatiewaarde van het glas, de muren en het dak te inspecteren om te bepalen of een (hybride) warmtepomp wel ingepast kan worden. Wanneer dit achterwege wordt gelaten, zal het oncomfortabel aanvoelen in huis en kost het veel elektriciteit en daarmee geld om de woning te verwarmen. Daarnaast moet gekeken worden of het distributie- en afgiftesysteem geschikt is voor een (hybride) warmtepomp. Daarvan moet worden berekend of de diameters van leidingen en het verwarmend oppervlak van radiatoren passen bij het nieuwe laag temperatuur verwarmingssysteem. Een ander belangrijk punt is het goed inregelen van het verwarmingssysteem en het goed instellen van de (hybride) warmtepomp. Hier wordt nog te vaak makkelijk overheen gestapt, echter zorgt goed inregelen en instellen voor optimaal functioneren en een laag energiegebruik. Specialistische kennis over de juiste toepassing van koudemiddelen en isolatie bij een (hybride) warmtepomp is hierin essentieel.

Arbeidsmarkt 
We hebben dus te maken met een gigantische groeimarkt, waarbij er tegelijkertijd veel veranderende wetgeving en ontwikkelingen zijn waar nieuw en huidig personeel aan moet voldoen.  NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, heeft daarom het project ‘Leren en ontwikkelen voor een duurzame (koudemiddelen)transitie’ opgericht voor het (door)ontwikkelen en implementeren van een leer- en toetsprogramma om nieuwe en bestaande vakkrachten van de juiste kennis en vaardigheden te voorzien. Samenwerkingspartners werken aan de ontwikkeling van een online leerplatform waar theorie en casuïstiek uit de praktijk samenkomen. Dit kan gebruikt worden voor digitale kwalificerende toetsing van kennis en vaardigheden. In de ontwikkeling van het platform wordt nauw samengewerkt met lidbedrijven om zo de ervaringen van de medewerkers uit de branche mee te nemen in de ontwikkeling van het platform. Dit nieuwe leer- en toetsprogramma moet leiden tot een structurele verbetering van de leercultuur binnen de branche en de deelnemende bedrijven, bijdragen aan het realiseren van een goede energie- en klimaattransitie én het voorkomen van de emissie van koudemiddelen.

Digitalisering
Het toenemende tekort aan koeltechnici door de transitie van gasketels naar warmtepompen en de uitstroom van mensen vanuit de installatiesector naar andere sectoren, vormt daarbij een probleem. Om dit tekort te beperken en de beschikbare capaciteit slimmer in te zetten, ligt een belangrijke taak bij de fabrikanten weggelegd. Er zal tijd moeten worden bespaard en er zullen slimmere apparaten moeten worden ontwikkeld door fabrikanten die slimmer geïnstalleerd moeten worden. Door bijvoorbeeld verwarmen, koelen en ventileren te integreren, processen in bedrijven te optimaliseren en producten plug-and-play te maken, kan de installatietijd volgens experts voor de helft teruggebracht worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan monobloc warmtepompen, waarbij het hele koudemiddelcircuit zich buiten bevindt en er geen koudetechnische handelingen noodzakelijk zijn bij installatie. Zo kan een monteur bij een storing gemakkelijk de gehele unit vervangen en de oude unit meenemen voor reparatie.

Installatiebedrijven kunnen hier op hun beurt op inzetten door zich te specialiseren in het installeren van warmtepompen en hun bedrijfsproces zo efficiënt mogelijk in te richten. Dit kunnen ze doen door werkzaamheden in het installatieproces op te delen, waardoor ook minder gekwalificeerde medewerkers ingezet kunnen worden om de eenvoudige werkzaamheden op te pakken. Daarnaast kan men werken met zoveel mogelijk prefab installatiedelen die in de werkplaats zo volledig mogelijk zijn samengebouwd en al zijn afgeperst, waardoor de monteurs op de werkvloer er minder werk aan hebben. Door dergelijke toepassingen kan een (hybride) warmtepomp in de nabije toekomst al in één dag geïnstalleerd worden. Ook digitale hulpmiddelen en voorspelbaar onderhoud kunnen tijd en kosten terugbrengen. Met een Google Glass kan de klant de monteur op afstand laten meekijken en een kleine storing zelf oplossen, waardoor de monteur niet hoeft af te reizen en kan worden ingezet op een andere klus. Door gestructureerd data van koelinstallaties te verzamelen, kan nauwkeuriger worden bepaald na hoeveel draaiuren de installatie onderhoud nodig heeft of bepaalde slijtage gevoelige componenten moeten worden vervangen. Ook dit voorkomt het inefficiënt inzetten van servicemonteurs.

Kennis en ervaring
Binnen NVKL zijn de aangesloten fabrikanten, leveranciers en installateurs volledig op de hoogte van bovenstaande ontwikkelingen op het gebied van (hybride) warmtepompen en kunnen zij hier snel op anticiperen. Zij hebben de kennis en ervaring in huis om te zorgen voor een goede afstemming van de juiste systemen voor deze installaties. NVKL-leden zijn in het bezit van de NVKL-erkenning en voldoen aan alle verplichte wet- en regelgeving, opleidingen en vakkennis waarop zij bovendien tweejaarlijks getoetst worden door een onafhankelijke certificerende instelling.