|
| |

Uitdagingen in de bouw na Corona

bouw

Postcorona aannemers blijven worstelen met precorona uitdagingen

Uit de langzaam opklarende coronamist doemen enkele oude spoken op voor Nederlandse aannemers. Ze heten CO2, PFAS, personeelstekort en woningtekort. Corona, zo blijkt, heeft hen wel even vergeten, maar zeker niet vergeven. Een stand van zaken in de 4 moeilijkste bouwproblemen van Nederland.

Werven zonder emissie In mei 2019 besluit de Raad van State dat de Nederlandse natuurgebieden genoeg stikstof te verwerken kregen. Bouwen zonder uitstoot moet kunnen voor het jaar 2030. In zijn jaarlijkse Rapportage Maatregelenlijst stelt de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO) echter vast dat aannemers ondertussen nog maar weinig CO2-reducerende maatregelen nemen. Enkel hun bedrijfsgebouwen verduurzamen, de werven niet. Daar liggen de investeringen voor de zogenaamde elektrificatie van het bouwmaterieel te hoog en worden ze niet beloond door opdrachtgevers. Het is een vicieuze cirkel waarbij ook de vraag naar elektrisch werken niet op gang komt omdat er niet elektrisch gewerkt wordt. Ondertussen blijven veel werven verstikt door stikstof.  

Wereld zonder PFAS De stikstofcrisis is amper losgebarsten of er duikt eind 2019 een nog groter probleem op: PFAS, de verzamelnaam voor 6000 poly- en perfluoralkylstoffen, die de Nederlandse bodems en waterlopen vergiftigen. Vanuit industriële contexten verspreiden de chemicaliën zich door emissie over het hele land en in het menselijk lichaam. De EU bestempelt het fenomeen als “zeer zorgwekkend” en de Nederlandse overheid neemt het zekere voor het onzekere. Wil je nu bijvoorbeeld landbouwgrond verzetten, dan mag die maximaal 0,1 microgram PFAS bevatten.

Voor grondwerkers en baggeraars zijn de maatregelen desastreus. Het risico op besmette grond wordt zo groot dat de sectoren stilvallen. De extreme maatregelen laten prijzen exploderen, testen zijn duur, en saneren is haast onmogelijk. Zo blijft het ook postcorona. Aanpassingen van het handelingskaders voor het hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie volgen elkaar in ijl tempo op, maar blijven tijdelijk. Het definitieve kader is nog steeds in afwachting van “een aantal onderzoekingen”. In de opeenvolgende regeringsteksten gaat enkel de deadline vooruit: van begin 2021, naar de zomer, naar “in de loop van” 2021. Eind 2021 is er nog steeds geen uitsluitsel.  

Aannemers zonder personeel Een lichtpuntje is de aanpak van het personeelstekort. Ondanks zwaar banenverlies investeren werkgevers en bouwbonden eind februari 2021 10 miljoen euro om hier het tij te keren. Doel is om jongeren en zijinstromers te enthousiasmeren voor de bouw. Extra steun gaat naar flexibel en modulair vakonderwijs, waar duurzaam bouwen en bouwvaardigheden centraal staan. Zo hoopt men nieuwe krachten te werven en bestaande krachten beter te ontwikkelen. Verwacht wordt immers dat de vraag naar vakmannen weldra zal stijgen door de almaar complexere bouwnormen, energiedrempels en mobiliteitsproblemen.

Mensen zonder woningen De ironie van het lot, tot slot, is dat Nederland ook postcorona blijft kampen met een woningtekort. Begin 2021 spreekt ABF Research al van 300000 geregistreerde plaatstekorten. Prognoses lopen zelfs op tot meer dan 400000 plaatsen in 2025. Terwijl de bevolking blijft groeien, houdt de kredietcrisis van 2008 nog steeds nieuwbouwers tegen. Door de bovenvermelde PFAS-problematiek worden sinds 2020 ook nog eens meer vergunningen gefnuikt.  

Erger dan het probleem zelf lijkt hier bovendien het feit dat er geen begin van een oplossing is. De kwestie is uitzonderlijk complex en de vele verschillende belangengroepen wijzen allemaal andere pijnpunten aan. Bouwend Nederland, dat de Nederlandse aannemers vertegenwoordigt, hamert daarbij vooral op de haalbaarheid van de Nederlandse bouwondernemingen. Zij willen daarom vooral dat er meer aandacht gaat naar de gemeentelijke en provinciale bouwplannen. Enkel zo krijg je beter zicht op hoeveel woningen je per direct kunt bouwen. Een versoepeling van de vergunningsprocedures moet vervolgens helpen om ook effectief sneller te bouwen.

|