|
| fsc-hout-houten-huis|olifanten-duurzaam-natuur0fsc

Over bosolifanten en heilige houten huisjes

bouw
Deze tekst is een overwegend positief verhaal over hout en houtbouw. En terecht. We hebben goud in handen als het gaat om klimaatvriendelijk en circulair bouwen in de toekomst. Toch begin ik met een relativerende opmerking. Hout is ook het minst milieuvriendelijke bouwmateriaal. Gaat toepassing van hout ten koste van bossen is namelijk geen sprake van een duurzaam materiaal. Kortom, houtgebruik is niet heilig. Alles valt of staat met de herkomst. Gelukkig hebben we dat als bouwer, inkoper of consument zelf in de hand, want gecertificeerd hout is prima verkrijgbaar.
Verder kijken dan casco De mogelijkheden van houtbouw gaan verder dan de casco’s, bijvoorbeeld houtskeletbouw of CLT. Ik verwijs naar een onderzoek van enkele jaren geleden over klimaatvriendelijk bouwen. Consequent woningen bouwen met een skelet van hout levert volgens de onderzoekers van W/E, bekend van de GPR-richtlijn, zomaar een kwart minder CO2-emissie op. Ze waren toch aan het rekenen, dus lezen we in het rapport bovendien over het effect van andere houttoepassingen. De conclusie: als we ook nog eens voor hout in onze vloeren, deuren, kozijnen en andere geveltoepassingen kiezen, dan gaat de klimaatbesparing voor nieuwbouwwoningen zelfs naar meer dan 40%!
‘Lokaal’ of verder kijken De grote opgang van houtbouw vindt zijn oorsprong in de slipstream van ons klimaatbeleid en circulaire denken. Daarbinnen wordt vaak de conclusie getrokken dat alles wat van dichtbij komt voorrang moet krijgen boven geïmporteerde producten. Als het gaat om hout durf ik dat ter discussie te stellen. Dan heb ik het niet over het gebrek aan Nederlands bos en hout om in de potentie van houtbouw te voorzien. Ik heb het over een andere afweging. Lokaal hout, met een korte afstand van productie naar toepassing, levert uiteraard een mooie besparing op van CO2-emissie en andere ongewenste uitstoot. Maar is dat het enige criterium om voor een product of materiaal te kiezen? Nee dus. Dat is veel te kort door de bocht, zeker waar het hout betreft.
Pleidooi voor ver weg Waar hout steeds meer fans krijgt, ook in de bouwsector, wordt menig wenkbrauw gefronst als het gaat om het gebruik van tropisch hout. Immers, waarom moet het spul van ver weg komen, en staan die bossen bovendien niet al genoeg onder druk? Daarmee komen we misschien wel bij het spannendste onderdeel van de hele houtbouwdiscussie. Wat we vaak vergeten is dat gebruik van hout en behoud van bos heel goed samen kan gaan. Sterker nog: de vraag naar hout kan de waarde en waardering van het bos laten toenemen. En dat is precies wat er aan de hand is in tropische FSC-bossen. En dus ook wat er gebeurt als we voor gecertificeerd tropisch hout kiezen.
Waarde is wat telt Het woord ‘waarde’ viel al even. Precies dát is waar de houtdiscussie over zou moeten gaan. Een jaar geleden werd in de Congo Basin een bos gecertificeerd ter grootte van twee Nederlandse provincies. Leefgebied van bedreigde diersoorten als de bosolifant en de chimpansee. De FSC-status betekent bescherming voor deze soorten, respect voor het bos als geheel en haar bewoners, mensen en dieren. Een waarde die niet in getallen is uit te drukken, en niet te vergelijken is met het belang van het gebruik van lokaal hout. Appels met peren.
Dat moeten we dus ook niet doen, maar gewoon hout gebruiken. En verantwoordelijkheid nemen voor de herkomst.
Mark Kemna, FSC Nederland
|