Spoorsector vermindert CO2-belasting met Betonakkoord

bouwcomplex
Spoorbedrijven, gemeenten en verschillende ministeries in Nederland gaan de CO2-uitstoot van beton terugdringen. Daartoe ondertekenden ze dinsdag het Betonakkoord. 5 procent van de totale CO2-uitstoot komt van het bouwmateriaal. Maar een deel van de betonsector is nog niet overtuigd van de effectiviteit van het Betonakkoord.
Elk jaar wordt er in Nederland 15 miljoen kubieke meter nieuw beton gebruikt. Samen is dat goed voor 2 procent van de totale CO2-uitstoot van Nederland. Daarom is er na jaren van overleg het Betonakkoord opgesteld. Het gaat verder dan alleen de spoorsector: ook bedrijven uit de bouwsector zetten er hun krabbel onder. In dit akkoord staat onder andere dat de betonsector in 2030 30 procent minder koolstofdioxide moet uitstoten ten opzichte van 1990 en dat vanaf 2030 al het afval moet worden hergebruikt. Nieuw beton moet voor minstens 5 procent uit gerecycled materiaal bestaan.

Vraagtekens

Nog lang niet alle beton- en cementproducenten hebben het Betonakkoord ondertekend. Er zijn namelijk vraagtekens gezet bij deze hoofddoelen. Brancheorganisatie Betonhuis is de overkoepelde organisatie van zeven brancheverenigingen. Verschillende producenten van spooronderdelen zoals De Meteoor en Spanbeton zijn hierbij aangesloten.
“Het gaat om ons drie punten,” zegt Betonhuis-voorzitter Rob van Gijzel. “Ten eerste opereert de overheid vanuit de gedachte dat alle grondstoffen schaars zijn. Dat is veelal ook waar, bijvoorbeeld met betrekking tot materialen die in mobieltjes worden verwerkt, maar is niet aan de orde bij beton. De basisgrondstoffen zijn zand, grind, kalksteen en klei en die zijn in onze regio ruim voorradig.
Een tweede punt is circulariteit. “Volgens het akkoord moet er zoveel mogelijk worden gekozen voor zogenaamd hoogwaardige circulariteit. En daar zijn we ook voor, maar wat ons betreft is moet het dalen van de CO2-uitstoot leidend zijn,” vindt Van Gijzel. Door prioriteit te leggen bij hoogwaardig hergebruik van materialen, kan het gebeuren dat de materialen worden gebracht naar een plek die ver weg is. Het materiaal kan bijvoorbeeld dienen als fundering voor wegen. “Als je het alleen maar inzet voor hoogwaardig gebruik en je gaat het ver weg brengen, dan is het in strijd met het andere doel: het reduceren van de CO2-uitstoot. En wij vinden dat dat laatste juist voorrang moet krijgen.”

Vliegas

Ten slotte is een deel van het akkoord in conflict met veranderingen in de markt. In de toekomst worden verschillende kolencentrales gesloten. “Dat is op zich een goede ontwikkeling,” zegt Van Gijzel. “Maar een aantal bijproducten die vrijkomen bij de verbranding van steenkool zoals vliegas, een vervuilende as vrijkomt bij de verbranding van koolsteen, wordt opgevangen en hergebruikt bij de productie van cement. Dat is juist een duurzame maatregel.”
“Door het sluiten van de koolcentrales, worden we mogelijk afhankelijker van kalksteen. Bij het brandingsproces daarvan komt koolstofdioxide vrij, zowel uit de kalksteen als door het branden.” Dan wordt er alsnog geen waardevolle bijdrage geleverd aan de reductie van de CO2-uitstoot. Sterker, de uitstoot zou daardoor juist weer stijgen. Daarom wil Betonhuis aansluiten bij onderzoeken naar de toepassing van alternatieve klinker- en cementsoorten.
De voorzitter laat weten dat er gehoor wordt gegeven aan deze bezwaren. Ze worden meegenomen als uitgangspunten in de ‘roadmap’: de wegwijzer voor het uitwerken van het Betonakkoord. Naar verwachting tekenen de bedrijven daarom het akkoord in de komende weken alsnog.

Grote opdrachtgever

Een van de bedrijven die het akkoord wel gelijk ondertekende, is ProRail. Eringa: “Het spoor draagt met vervoer per trein bij aan duurzaamheid. Door nu mede dit akkoord te tekenen, zal vervoer per trein nog verder bijdragen aan minder uitstoot van koolstofdioxide. Als grote civieltechnische opdrachtgever verbruikt ProRail jaarlijks ongeveer 73.000 kubieke meter. Met deze inkoopkracht kunnen we de markt beïnvloeden.”
ProRail wil bijvoorbeeld dat opdrachtnemers slim om gaan met sloopafval. Veel van dit afval kan worden hergebruikt voor nieuwe doeleinden. Ook zal ProRail strengere regels toepassen bij aanbestedingsprocedures voor het gebruik van beton. Zo maakt een aannemer meer kans op een gunning, wanneer zij bij hun werkzaamheden rekening houden met de CO2-uitstoot door beton.

Geen oneindige hoeveelheid grondstoffen

“De tijd van maken, gebruiken en vervolgens weggooien is voorbij,” zei staatssecretaris Stientje van Veldhoven bij de ondertekening. “En dat geldt straks ook voor beton. Een eindige aarde kent nu eenmaal geen oneindige hoeveelheid grondstoffen. Dus we kunnen of op zoek naar een tweede of zelfs derde planeet, of werk maken van een circulaire economie.”
Het Betonakkoord werd ondertekend door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De ministeries van Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit doen mee. Ook spoorbedrijven Strukton, BAM en VolkerWessels zetten hun handtekening onder het akkoord.